Vermijden van een langere studieduur

Een absoluut doelstelling van dit decreet is dat studenten kunnen afstuderen tijdens dit academiejaar. Toch is dit niet evident: sommige vakken zijn tijdens de coronaperiode moeilijk te organiseren in afstandsonderwijs. Te denken valt aan practica of stages. Er moet vermeden worden dat studenten louter omwille van de coronacrisis bijvoorbeeld slechts hun practicum of stage in een volgend academiejaar kunnen afwerken.

Het nooddecreet biedt de mogelijkheid om de academische kalender aan te passen. Zo kan het einde van het academiejaar – normaliter op 30 september – specifiek voor die student of een groep studenten worden verschoven. Op die manier kan de universiteit of hogeschool op een latere datum evalueren en delibereren. De studenten werken met andere woorden hun vakken af vanaf dit mogelijk is in het postcoronatijdperk.

Om de gelijkheid tussen studenten te respecteren zal het diploma wel de oorspronkelijke proclamatiedatum vermelden. Dit is belangrijk voor bijvoorbeeld toekomstige advocaten, want de datum van hun diploma bepaalt mee hun plaats op de tableau.

Hoger onderwijsinstellingen kunnen dit enkel doen als ze hiervoor de studenten maximaal hebben geraadpleegd via bijvoorbeeld de studentenraad.

Aanpassen organisatie vakken en evaluatie

Het nooddecreet biedt evenzeer de mogelijkheid aan hoger onderwijsinstellingen om bij studenten individueel of in groep de manier van evalueren of doceren aan te passen naar aanleiding van de beperkingen die het coronavirus aanbiedt. Zo kunnen practica maar ook reguliere examens worden door alternatieve thuisopdrachten.

De studenten behouden in elk geval ook hun recht op tweede kans.

Ook hier kunnen deze wijzigingen enkel na consultatie van de studenten.

Een oproep aan minister Ben Weyts

In de memorie van toelichting wordt ook de vraag gesteld aan de minister van Onderwijs, Ben Weyts (N-VA), om samen met de minister van volksgezondheid Maggie De Block een oplossing te zoeken voor studentenopleidingen die leiden tot gereglementeerde paramedische beroepen, zoals bijvoorbeeld verpleegkunde. De toegang tot deze beroepen wordt geregeld in een Koninklijk Besluit op voorstel van minister van volksgezondheid Maggie De Block en het naleven in opleidingsprogramma’s van voorwaarden van die beroepen worden bepaald door minister Ben Weyts.