West-Vlaamse bedrijven smeken om talentvolle jongeren in eigen streek tewerk te mogen stellen. Veel West-Vlamingen gaan nog steeds buiten de eigen provincie studeren en blijven nadien ‘plakken’. “Daarom is het belangrijk om in te zetten op kwaliteitsvol en toegankelijk onderwijs in West-Vlaanderen”, zegt Brecht Warnez. “De Vlaamse regering zet in op een goed gespreid hogeronderwijslandschap en doet verdere inspanningen om eventuele drempels om verder te studeren in eigen regio weg te werken.”
Talent in eigen streek houden
Aan het begin van de huidige legislatuur werd een financiële inhaalbeweging ingezet om de structurele onderfinanciering van het West-Vlaamse hoger onderwijs weg te werken. De regering maakte 5 miljoen euro extra middelen vrij voor nieuwe opleidingen, zoals ManaMa’s in ‘Artificial Intelligence’, in Voeding en in de Maakindustrie.
En de aanhoudende inspanningen voor het West-Vlaamse hoger onderwijs lonen: het aantal studenten aan West-Vlaamse instellingen steeg van 23.147 naar 24.660, een stijging van ruim 1.500 studenten.
Aanbod afstemmen op noden van de streek
Kortrijk (14.059) en Brugge (8.458) zijn nog steeds de grootste studentensteden, maar ook kleinere vestigingsplaatsen zoals Roeselare (1.005) en Torhout (822) stegen het afgelopen academiejaar in populariteit.
De Katholieke Hogeschool VIVES blijft hofleverancier en ontvangt 60% van de studenten in West-Vlaanderen, gevolgd door HOWEST dat 30% van de studenten levert. De professioneel gerichte bachelors vertegenwoordigen nog steeds ruim 75% van de studentenpopulatie, maar sinds de overheveling van de graduaatsopleidingen naar het hoger onderwijs twee jaar geleden vertegenwoordigen deze met 3.109 studenten ook al ruim 12,5% van de studentenpopulatie.
“Ik blijf pleiten voor een verdere diversifiering en versterking van het aanbod voor West-Vlaamse studenten”, zegt Brecht Warnez. “We moeten blijven innoveren en het aanbod afstemmen op de noden van onze West-Vlaamse bedrijven. Zo kunnen we een brain drain te vermijden en onze talentvolle jongeren laten doorstromen naar de West-Vlaamse arbeidsplaatsen.”