Sinds juli vorig jaar is het mogelijk voor lokale besturen om energie te delen tussen gemeentelijke gebouwen. Sinds het begin dit jaar is energiedelen ook mogelijk binnen lokale gemeenschappen. Lokale besturen kunnen op hun publieke gebouwen energie opwekken en ter beschikking te stellen van haar eigen inwoners.
De bedoeling van het project ‘Energiedelen’ is dat gemeenten, maar ook bedrijven en particulieren, opgewekte stroom van zonnepanelen gaan delen onder elkaar en niet meer aan goedkopere tarieven op het net terugsteken. Dat blijkt geen succes te zijn. Slechts 20 gemeenten delen hun opgewekte energie tussen gebouwen. Geen enkel lokaal bestuur zette een lokale energiegemeenschap op.
“Heel wat steden en gemeenten die de kostenoefening maken, merken snel op dat het gewoonweg financieel oninteressant is. Ze willen graag hun daken vol leggen met zonnepanelen en hun inwoners daar laten van profiteren, maar het moet wel enigszins rendabel zijn”, legt Brecht Warnez uit.
De minister kondigde wel aan dat ervan af vandaag 10 miljoen euro impulssubsidies voor lokale besturen ter beschikking worden gesteld. Voor Warnez is dat een tijdelijke maar geen structurele oplossing. Het parlementslid vraagt aan de minister om samen te zitten met de energieleveranciers om de aangerekende kosten te verlagen. “Het rendement voor lokale besturen moet omhoog. Als energieleveranciers hun kosten niet verlagen, zal er nooit een doorbraak zijn van lokaal energiedelen.”
Nood aan technische begeleiding
Naast het financiële aspect vroeg het parlementslid aan de minister ook meer technische begeleiding. “Energie delen is een moeilijke kwestie, specialistenwerk. Wat ondersteuning en begeleiding is noodzakelijk”, aldus Warnez.
Op de vraag kondigde minister Somers aan dat hij vanaf 2024 technische assistentiehubs wil opzetten waar gemeenten en energiehuizen terecht kunnen. De minister heeft daarvoor 3 miljoen euro veil.