De universiteiten van Gent, Antwerpen en Hasselt beslisten reeds om aan de start van het academiejaar in code oranje te starten. Dinsdag beslisten de KULeuven, de VUB en Thomas More om over te stappen naar code oranje, vandaag volgden onder andere Vives en Howest. PXL en UCLL blijven bij code geel. Bij de UGent besliste de rector om vanaf 26 oktober over te schakelen naar code rood.
Een lappendeken aan kleurencodes
“Dat leidt bijvoorbeeld in Kortrijk tot de bizarre situatie dat binnen dezelfde schoolgebouwen voor studenten van Howest en UGent verschillende coronamaatregelen gelden. De éne groep studenten moest de regels van code geel volgen, de andere code oranje. Gekker moet het niet worden.”, zegt Brecht Warnez. Het parlementslid vraagt daarom aan de minister om structureel overleg te hebben met de instellingen en samen uit één mond te spreken, zeker op één locatie.
“De kleurencodes moeten op het niveau van de studentenstad bekeken worden. De minister moet samen met de hogeronderwijsinstellingen per stad één kleurencode voorzien. Wat is het verschil tussen een student die in Gent les volgt aan de UGent of Hogent?“ , vraagt Brecht Warnez zich af. Ook in Hasselt is de situatie vandaag niet eenduidig: waar de UHasselt voor code oranje kiest, blijven de hogescholen PXL en UCLL in dezelfde stad in code geel.
Cijfers nodig op instellingsniveau
Vandaag ontbreken ook cijfers op instellingsniveau. Waar voor het basis- en secundair onderwijs er samenwerkingen zijn opgezet met de CLB’s, lijkt het hoger onderwijs wat vergeten.
“We hebben vandaag geen algemeen overzicht over hoeveel studentenbesmettingen het gaat en of bepaalde hogeronderwijsinstellingen extra getroffen zijn. Met natte vingerwerk komen we nergens. Meten is weten. Dus de minister moet hier zijn verantwoordelijkheid nemen en net zoals in het basis- en secundair onderwijs ervoor zorgen dat universiteiten en hogescholen op de hoogte zijn.”, stelt Warnez.
De instellingen moeten vandaag zelf rekenen op de goodwill van studenten die het hen melden. Sommigen voorzien een webformulier daarvoor en koppelen daaraan een lokale contacttracing.