Meeste kans op slagen in hoger onderwijs voor leerlingen Grieks-Latijn

De slaagkansen voor een student in het hoger onderwijs hangen sterk af van de vooropleiding in hun secundair onderwijs. Dat blijkt uit een vraag van Vlaams Parlementslid Brecht Warnez (CD&V) aan minister Ben Weyts (N-VA). De richtingen Grieks-Wiskunde, Latijn-Wiskunde en Grieks-Latijn maar ook Bouw- en houtkunde spannen de kroon: respectievelijk 65%, 56%, 53% en 56% van de studenten met deze vooropleidingen behaalt een bachelordiploma binnen de vooropgestelde termijn. Bij alle andere vooropleidingen ligt het slaagpercentage ruim onder de 50%.

Heel wat leerlingen kiezen voor verdere studies. Tussen de academiejaren 2018-2019 en 2020-2021 stroomden ongeveer 125.000 leerlingen van het secundair onderwijs door naar het hoger onderwijs, wat neerkomt op ongeveer 76% van alle leerlingen. Meer mensen kiezen voor een professionele bachelor (40% van de afgestudeerden) dan voor een academische bachelor (36% van de afgestudeerden). Vooral studenten uit een ASO of TSO-richting kiezen voor hoger onderwijs: respectievelijk 95% en 80% van hen studeert verder.

Van studenten uit een ASO-richting behaalt 39% van de studenten hun diploma binnen de vooropgestelde studieduur. Bij een TSO-richting daalt dat naar 25%. Dat is te laag volgens Vlaams Parlementslid Brecht Warnez.

We moeten verder werken aan de kwaliteit in ons secundair onderwijs. Daarom werd het secundair onderwijs hervormd. De cruciale doelstelling is daarbij het versterken van het studiekeuzeproces, waarbij talenten en interesses van leerlingen doorslaggevend zijn. Het sluitstuk daarvan zijn studierichtingen van de derde graad die waarmaken wat ze beloven en die leerlingen voorbereiden op de arbeidsmarkt of op de doorstroom naar het hoger onderwijs.”

Ook TSO-richtingen scoren goed

Tegenover de goed scorende opleidingen Grieks-Wiskunde, Latijn-Wiskunde en Grieks-Latijn in de ASO-richtingen, doen de laagste slaagkansen binnen de vooropgestelde termijn zich voor in de richtingen Steinerpedagogie (31%), Sportwetenschappen (30%), Yeshiva (28%), Moderne talen-topsport (12,5%) en Wetenschappen-topsport (9%). Opvallend is dat slaagkansen vanuit een aantal TSO-richtingen zeer hoog zijn: Bouw- en houtkunde (56%), Elektromechanica (47%) en Elektriciteit-elektronica (40%).

“De aantal studenten die hoger onderwijs volgen na een TSO-richting zijn lager, maar de slaagkans is hoger. Daarnaast kiezen zij ook meestal voor professionele bacheloropleidingen ten voordele van academische opleidingen. Zij maken dus vaker een bewuste keuze”, verklaart Brecht Warnez.

Lees hier het artikel uit de krant: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20220705_97420641

Gerelateerd nieuws

Economie

Aantal mini-ondernemingen op school gaat jaar na jaar achteruit

Jaar na jaar loopt het aantal jongeren die en mini-onderneming opstart achteruit. Op zeven jaar tijd daalde het aantal met 20%. “Dat is geen goede zaak. Via mini-ondernemingen komen jongeren een eerste keer in aanraking met ondernemen. Het geeft hen kennis en inzicht maar stimuleert ook om de bedrijfsleiders van de toekomst te worden”, zegt Vlaams parlementslid Brecht Warnez die de cijfers opvroeg bij het Vlaams Agentschap voor Innovatie en Ondernemen.

Onderwijs

Aantal zieke kinderen dat thuisonderwijs krijgt, blijft hoger dan voor corona

Op deze achtste dag van Pyjamadag roept Bednet op tot solidariteit voor zieke kinderen en jongeren. Het aantal leerlingen dat gebruik maakt van tijdelijk onderwijs aan huis, of het onderwijs aan zieke kinderen, daalde licht ten aanzien van het schooljaar 2020-2021, dat blijkt uit het antwoord van minister Weyts op een vraag van Vlaams Parlementslid Brecht Warnez. “Hoewel de cijfers licht dalen t.a.v. het vorige schooljaar normaliseren de cijfers niet terug naar die van de pre-corona periode”, zegt Warnez.