Personeelsleden van het Vlaamse hoger onderwijs die langdurig medisch ongeschikt zijn, maar toch gedeeltelijk opnieuw aan de slag zouden willen gaan, hebben vandaag geen recht op een uitkering door een lacune in de regelgeving. Op vraag van Brecht Warnez belooft minister Weyts het langdurig verlof voor verminderde prestaties om medische redenen (LVVP) ook mogelijk te maken in het hoger onderwijs. “Wie wil werken en ook kan werken, mogen we niet tegenhouden dat te doen. Ook niet als de man of vrouw maar halftijds terug aan de slag kan. Het is van belang om de re-integratie van langdurig zieken naar de werkvloer ook in het hoger onderwijs zo vlot mogelijk te laten verlopen”, zegt Vlaams parlementslid Brecht Warnez die al van het begin van deze legislatuur op deze nagel klopt.
Vandaag is het gunstregime van langdurig verlof voor verminderde prestaties om medische redenen enkel van toepassing voor personeelsleden in het basis- en secundair onderwijs. Dat is voor Warnez niet logisch: “Personeelsleden van het hoger onderwijs hebben hierdoor geen recht op een uitkering, terwijl eenzelfde personeelslid in het basis- of secundair onderwijs er wel recht op heeft. Hierdoor zijn er nu docenten die thuis moeten zitten hoewel ze willen werken”.
Een personeelslid dat tot het einde van zijn of haar loopbaan om medische redenen niet meer voltijds kan werken, wordt door de lacune in de wetgeving ontmoedigd om opnieuw aan het werk te gaan. Gezien ze geen recht hebben op een uitkering is het voor hen immers financieel voordeliger om thuis te blijven.
“Door de lacune in de wetgeving worden langdurig zieke personeelsleden in het hoger onderwijs financieel gestraft. De maatschappij geeft iemand die opnieuw aan het werk wil, geen eerlijke kans. Ik roep de minister op om een oplossing te voorzien voor personeelsleden van het hoger onderwijs”, oppert Brecht Warnez. “Alle belemmeringen die er zijn voor een langdurig zieke die graag deels aan de slag kan en wil, moeten weggewerkt worden. Immers, ook voor de zieke zelf is gedeeltelijke werkhervatting de beste vorm van re-integratie“.