Uit een bevraging van de VVSG en de Vereniging van financieel directeurs (VLOFIN) bij de financieel directeurs blijkt dat de coronacrisis een zware impact zal hebben op de gemeentelijke financiën. Er werd, enerzijds, extra geïnvesteerd in o.a. mondmaskers, het verenigingsleven en hygiëne en social distance-maatregelen en, anderzijds, werden soms belastingen verlaagd als relancemaatregelen. Het totale kostenplaatje loopt op, aldus de gemeenten zelf in de bevraging, tot 280 miljoen euro.
Belfius-studie ‘Lokale Financiën 2020’
Op 25 juni presenteerde Belfius zijn jaarlijkse studie ‘Lokale Financiën 2020’. Hieruit volgt dat de gemeentelijke tekorten in 2020 – mits een stevige economische heropleving – beperkt kan worden tot 22 miljoen euro. In het stressscenario – met name de verlenging van de impact door een nieuwe lockdown – kunnen de tekorten dit jaar oplopen tot 339 miljoen euro.
Volgens de studie lijkt het totaalbeeld mee te vallen maar kunnen bepaalde gemeenten wel in problemen komen, afhankelijk van de soort gemeente en hun financiële startpositie. In het stressscenario zullen de meeste gemeenten in de problemen komen. Bovendien stelt Belfius vast dat de pensioenproblematiek op de lokale financiën stevig blijft wegen.
Hierdoor, concludeert Belfius, dreigt het investeringsvermogen van de lokale besturen – die 35% van de totale overheidsinvesteringen voor hun rekening nemen – te worden aangetast.
Soepele begrotingsregels onder strikte voorwaarden
Één op de vijf lokale besturen geven in de VVSG-bevraging aan dat de coronacrisis zal leiden tot besparingen of verhoogde belastingen. Volgens Vlaams parlementslid Brecht Warnez (CD&V) moeten we dit absoluut vermijden: “Het besparen of verhogen van belastingen door de gemeenten heeft een rechtstreekse negatieve impact op lokale investeringen en de koopkracht van de burger. Dit zal de economie afremmen en mensen in financiële problemen brengen. Het past absoluut niet in het economisch en sociaal relanceplan die we met Vlaanderen willen uitvoeren.”.
In de studie van Belfius zijn de fiscale inkomsten vanaf 2021 nog niet meegerekend. Steden en gemeenten halen vooral hun inkomsten door de gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting en de onroerende voorheffing. Door de tijdelijke werkloosheid en de economische crisis zullen die inkomsten dalen. Daarnaast zullen de sociale uitgaven ook stijgen. Hierdoor kunnen de komende jaren meer steden en gemeenten in de financiële problemen komen.
Brecht Warnez ziet een oplossing in het tijdelijk versoepelen van de begrotingsregels en voor lokale besturen het – net zoals bij de Vlaamse en federale overheid – tijdelijk toelaten van een beperkt begrotingstekort. Dit kan door toe te staan dat de autofinancieringsmarge – het verschil tussen het exploitatiesaldo en de aflossingen van leningen – tijdelijk afwijkt van de vereiste dat die positief moet zijn in het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan.
“Met het tijdelijk loslaten van de vereiste dat op het einde van de meerjarenplanning de begroting in evenwicht moet zijn, mogen we de kosten wel niet afwentelen op de komende lokale bestuursploegen”, stelt Brecht Warnez. “Deze gunst kan enkel als dit strikt noodzakelijk is en het huidige lokaal bestuur ook voorziet in een meerjarenplan dat uiterlijk in 2030 een begrotingsevenwicht bevat. Daarnaast mogen de lokale besturen ook geen investeringen schrappen.”