De uitstroom van beginnende leerkrachten houdt in dat leerkrachten binnen de vijf jaar na hun indiensttreding in het onderwijs hun loopbaan in het onderwijs stopzetten. Om deze uitval in kaart te brengen wordt een vergelijking gemaakt tussen het aantal leerkrachten dat start in het jaar 2015-2016 met lesgeven en het aantal leerkrachten dit nog steeds doet in het schooljaar 2020-2021.
Grootste uitval in het secundair onderwijs
In Vlaanderen blijken heel wat leerkrachten het onderwijs binnen deze periode van vijf jaar het onderwijs vaarwel te zeggen. Zo was er tijdens het schooljaar 2020-2021 een uitval van 30% in het kleuteronderwijs, 26,2% in het lager onderwijs en 37% in het secundair onderwijs. “Dit zijn heel verontrustende percentages. Het onderwijs heeft deze jonge leerkrachten broodnodig. We moeten meer gediplomeerde leerkrachten gemotiveerd voor de klas houden”, aldus Vlaams Parlementslid Brecht Warnez (CD&V).
Onderwijsniveau | StartersSJ 2015-2016 | In onderwijs SJ 2020-2021 | Aantal uitstromers | Percentage uitstromers |
Kleuteronderwijs | 1.974 | 1.381 | 593 | 30,00% |
Lager onderwijs | 3.239 | 2.389 | 850 | 26,20% |
Secundair onderwijs | 5.627 | 3.545 | 2.082 | 37,00% |
Totaal | 10.840 | 7.315 | 3.525 | 32,52% |
* Het gaat om 9.731 unieke personeelsleden. Aangezien personeelsleden in verschillende onderwijsniveaus kunnen werken (tegelijk of in verschillende periodes in het jaar) is de som van de onderwijsniveaus groter dan het aantal unieke personeelsleden.
Toch is er ook hoop. Zo neemt het percentage uitval in het lager en secundair onderwijs stapsgewijs af. In 2017-2018 was immers nog sprake van een uitval van 30% in het lager onderwijs en 43,2% in het secundair onderwijs.
Deze positieve trend zet zich echter niet in elk onderwijsniveau door. In het kleuteronderwijs kan immers een lichte stijging waargenomen worden ten opzichte van het schooljaar 2019-2020. Van 27,4% naar 30%. Hiermee komt een einde aan de daling die ook daar ingezet was over de jaren 2017-2018, 2018-2019 en 2019-2020.
Oorzaken en beterschap
Hoewel het lager en secundair onderwijs aldus op de goede weg zijn, blijven de cijfers toch verontrustend hoog. Als voornaamste redenen van deze cijfers geven de uitstromers aan: de werkdruk, de al dan niet aanwezige ondersteuning vanuit het schoolmanagement, de relaties met leerlingen, de relaties met ouders van leerlingen en de jobonzekerheid. Vooral deze laatste wordt als belangrijkste factor aangeduid.
“De onzekerheid waarmee veel beginnende leerkrachten geconfronteerd worden tijdens de eerste jaren van hun loopbaan blijft een niet te onderschatten demotiverende factor. Ik roep de minister op stappen vooruit te zetten op dit punt”, aldus Brecht Warnez.
Inmiddels heeft de minister reeds enkele initiatieven genomen om te pogen deze uitval te kenteren. Zo beloofde hij al meermaals een Vlaamse onderwijsambassadeur aan te stellen, werd de tijdelijke aanstellingen van doorlopende duur en vaste benoeming nogmaals versneld en wordt er ingezet op een betere aanvangsbegeleiding. “Er zijn al heel wat initiatieven genomen om de uitval te doen dalen, vaak op lange termijn. Er moet prioritair ingezet worden om ook op korte termijn talentvolle mensen in het onderwijs te houden. CD&V wil directies en schoolbesturen meer instrumenten geven voor een degelijk personeelsbeleid en de ingewikkelde reglementeringen vereenvoudigen zou hierbij helpen”, zo concludeert Warnez. “De maatschappij verwacht terecht concrete actie.”
https://www.onderwijs.vlaanderen.be/leraar-worden