De studievoortgang in het hoger onderwijs is sinds 2004 flexibeler geworden. Elke onderwijsinstelling voerde eigen controlemechanismen in om de studievoortgang en -rendement te bewaken. Het Rekenhof onderzocht bij twaalf instellingen het gebruik van die maatregelen, de studiebegeleiding en oriëntering. Vandaag bespraken de leden van de commissie het verslag van het Rekenhof.
Ook Rekenhof vraagt knipperlichten in en na het eerstejaar
Begin december stelde CD&V daarom haar plan voor om studievoortgang, oriëntering en begeleiding te versterken. Daarbij werden knipperlichten voorgesteld tijdens en na het eerstejaar als alternatief voor de knip tussen de bachelor en de master. Dat laatste bleek volgens de partij weinig effectief.
“Studenten verdienen alle kansen om hun talenten te ontwikkelen. Maar we helpen studenten niet door hen jaren te laten studeren zonder dat ze een diploma halen”, legt Brecht Warnez uit.
De studie van het Rekenhof bevestigt deze knipperlichten als het efficiëntst. Bij hogescholen en universiteiten die niet inzetten op een knipperlicht tijdens en na eerste jaar, blijkt de slaagkans van de betrokken studenten het laagst te liggen. Studenten met een studierendement onder 30% in het eerste jaar hebben een kleine kans om het diploma te halen, aldus het Rekenhof. Zonder knipperlicht schrijft toch 1 op 4 van de studenten zich opnieuw in voor dezelfde opleiding.
Op voorstel van CD&V werden de knipperlichten ook in het ontwerp van decreet over ‘de instroom en het optimaliseren van de studie-efficiëntie in het hoger onderwijs’ ingevoerd. Onderwijsinstellingen kunnen studenten met een laag studierendement weigeren, gezien hun geringe slaagkansen.
“Even belangrijk is dat in het decreet iedere student studieadvies moet krijgen als hij na de eerste examenperiode minder goede resultaten behaalt”, geeft Warnez mee. “Zo wordt gepoogd om op tijd bij te sturen, op verschillende manieren.”
Meer studiebegeleiding en snelle heroriëntering nodig
CD&V wijst nogmaals op het feit dat de focus in het parlement – en ook binnen de werkgroep van minister Weyts – te weinig ligt op studiebegeleiding en snelle heroriëntering. “Als studenten knipperlichten of zelfs stoplichten voorgeschoteld krijgen, moeten we ze de kans geven om aan hun werkpunten te werken of om een geschikte richting te zoeken. We mogen hen niet laten vallen”, zegt Warnez.
Dat is niet steeds het geval. Volgens het Rekenhof zijn er grote verschillen vast te stellen in het begeleidingsaanbod van universiteiten en hogescholen terwijl dat wel de slaagkansen van de studenten bepaalt. Dat kan niet, volgens Warnez: “Elke student heeft recht op kwalitatieve studie- en heroriënteringsbegeleiding. Het kan niet dat je in bepaalde faculteiten of hogescholen minder kans hebt op slagen door een beperkter begeleidingsaanbod.”
Het Rekenhof stelde bovendien dat heroriënteerders gemiddeld een hoger studierendement in de nieuwe opleiding behalen in vergelijking met studenten met een gelijkaardig laag studierendement die voortstuderen in dezelfde opleiding. Het is voor CD&V zonneklaar dat er nood is aan een sterker uitgebouwde studie- en heroriëntatiebegeleiding in het hoger onderwijs. De partij wil dit ook decretaal waarborgen, daar er strengere maatregelen voor studenten worden ingevoerd.