De Vlaamse Planningscommissie adviseerde vorig jaar om het startquotum arts te verhogen naar 1.555, op voorwaarde dat de opleidingscapaciteit voldoet én dat de afgestudeerde artsen na 6 jaar basisopleiding verzekerd zijn van hun RIZIV-nummer. Eind december koos de Vlaamse regering echter om slechts 1.424 studenten de opleiding te laten aanvatten in september 2023. De federale overheid garandeerde immers niet dat de studenten ook in 2029 een RIZIV-nummer zouden krijgen en dus aan de job konden starten.
Frank Vandenbroucke liet ondertussen weten dat Vlaanderen zelf mag bepalen hoeveel studenten mogen starten in de opleiding geneeskunde in het academiejaar 2023-2024. Hij beloofde het federale artsenquotum voor Vlaanderen af te stemmen op de wens van de Vlaamse regering.
“Eindelijk krijgen we toelating om onze Vlaamse autonomie te laten spelen. We moeten daar nu gewoon gebruik van maken en de quota verhogen”, zegt Brecht Warnez die niet meegaat in het politieke spel. “We mogen niet vervallen in politieke spelletjes. Het gaat over mensen. Over de werkdruk bij onze dokters en over de gezondheid van de Vlaming.”
De vraag van cd&v om te verhogen van 1.424 naar 1.555 studenten is een weloverwogen keuze. Het houdt rekening met het feit dat niet alle studenten uiteindelijk hun diploma halen en bovendien wordt op die manier een historisch tekort van 1.040 artsen in Vlaanderen stapsgewijs weggewerkt. Minister Weyts wou in de plenaire vergadering geen definitieve uitspraak doen over het aantal en wees op de historische ongelijkheid tussen de landsdelen. Hij beloofde wel 10 miljoen euro extra voor de universiteiten om hun opleidingen geneeskunde te organiseren.
Warnez vraagt acties binnen de huidige mogelijkheden en vraagt Vlaamse actie.
“Als we door deze verhoging elk jaar 131 studenten meer te laten starten, hebben we na drie jaar in elke gemeente al één extra arts. Dat zal in bepaalde gemeenten met een groot tekort al een wereld van verschil maken”, sluit Warnez af.