Opvallend: West-Vlaanderen is de provincie met het laagste aandeel jonge hoger opgeleiden op de arbeidsmarkt. “Dit heeft te maken met de brain drain uit West-Vlaanderen. Er zijn te weinig opleidingen die je kan volgen in West-Vlaanderen. 60 procent van de studenten die buiten de provincie studeert komt niet meteen terug en hierdoor komen ze niet op de West-Vlaamse arbeidsmarkt terecht. Ze kiezen voor een job buiten de provinciegrenzen”, zo zegt Vlaams parlementslid Brecht Warnez, zelf afkomstig uit Wingene in West-Vlaanderen. “En dat is jammer, want heel wat West-Vlaamse bedrijven smeken om talent.”
Sterke investering in universiteiten en hogescholen
Ondernemen en innoveren gaat hand in hand met een sterke investering in universiteiten, hogescholen en het onderzoek in die kennisinstellingen en bedrijven. Net daar knelt het schoentje. West-Vlaanderen heeft te weinig toegang tot de publieke onderzoeks- en ontwikkelingsmiddelen en kent zo een onderfinanciering van het hoger onderwijs. Een studie van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) bewijst het. “Amper 2,2% van de centen gaat naar onze provincie, terwijl er 18% van de bevolking en 21% van de bedrijven woont”, aldus Brecht Warnez.
Vlaanderen voorziet met daarom onder impuls van minister Hilde Crevits en gedeputeerde Jean de Bethune specifiek voor West-Vlaanderen de volgende jaren 5 miljoen euro extra voor hoger onderwijs en innovatie. Dit werd zo afgeklopt in het regeerakkoord. In het kader van haar beleid rond digitalisering voorziet minister Crevits daarnaast 1,5 miljoen euro. Brecht Warnez wil die middelen aanwenden als motor voor West-Vlaamse innovatie. “Via een uniek opleidingsaanbod moeten we jongere afgestudeerden versterken met de competenties van de toekomst. Daarom moeten we gaan voor een traject levenslang leren om de switch te maken tussen brain drain naar brain circulation. Technologische speerpunten kunnen een nieuwe West-Vlaamse grondstof vormen. We moeten verder inzetten op de sectoren waar West-Vlaanderen nu al in uitblinkt zoals mechatronica, voeding, blue energie, circulaire economie of ook de textielsector. Via nieuwe master-na-masters en postgraduaten moeten we die industrieën blijven voeden en zo werk creëren en behouden dichtbij de West-Vlaming. Dergelijk onderwijs moet ook een voedingsbodem zijn voor O&O.”
De wens is daarbij niet om een nieuwe alomvattende universiteit of hogeschool in West-Vlaanderen te bouwen maar om de huidige kennisinstellingen sterker te laten samenwerken. Deze middelen zijn een unieke kans voor de instellingen van hoger onderwijs in onze provincie. West-Vlaanderen kan een voorbeeld worden voor de rest van Vlaanderen op het vlak van de organisatie van levenslang leren. Door goed samen te werken met elkaar en met het bedrijfsleven zullen de opleidingen sterker en arbeidsgerichter worden. De nieuwe master-na-masters en postgraduaten moeten doorspekt zijn met relevante stage-ervaringen en bedrijfsgerichte thesissen. Ze zullen ook permanent in contact staan met het nieuw te ontwikkelde strategisch onderzoekscentrum ‘Flanders Make’ waar 100 nieuwe onderzoekers de West-Vlaamse economie zullen versterken.